dinsdag 9 juli 2013

Oosterhout (NB) 2010, Nationale Pupillendag

Op 19 juni 2010 werd de jaarlijkse Nationale Pupillendag gehouden in het Noord-Brabantse Oosterhout (ter onderscheid van de gelijknamige plaats in Gelderland dikwijls geschreven met de toevoeging NB). De Nationale Pupillendag is een eendaags evenement en geldt als het Nederlands kampioenschap schaken voor 7, 8 en 9 jarigen, resp. de H-, G- en F-categorie. De drie jaar ervoor had het evenement plaats gevonden in Gouda, en de bedoeling was dat Oosterhout voor de opvolgende jaren de organisatie ter hand zou nemen. Dat laatste kwam er niet van. Vanwege een niet geheel vlekkeloos verloop bleef de aflevering van 2010 voor Oosterhout een eenmalige. Het jaar erna werd het festijn verplaatst naar Roosendaal.

Dat was sneu voor Oosterhout maar die beslissing was aan de ene kant wel een beetje begrijpelijk. Ik was erbij die dag, en herinner mij de ronduit bizarre chaos waarin het toernooi een aanvang nam. Het licht in de ramenloze speelzaal was niet in orde, de geluidsinstallatie haperde, de speelzaal - of liever gezegd het speelhol - was eigenlijk al te klein om ruimte te bieden aan de pakweg 80 deelnemertjes en tafelleiders, ik zie nog voor me hoe de kinderen zich tussen smalle tafels door moesten wurmen op zoek naar hun, in het begin onvindbare plek, laat staan dat er ruimte was voor de vele bezorgde ouders die hun kroost veilig naar hun eerste tafel wilden loodsen, in plaats waarvan zij gemaand werden zich uitsluitend op te houden achter de aan de smalle zijkanten - alwaar aan de muur een indeling van de eerste ronde hing - gespannen linten en touwen en zelfs een ijzeren dranghek, daarmee nieuwe ondoordringbare files veroorzakend zodat op zeker moment boze ouders ("Is dit een NK?!") en kinderen vooruit noch achteruit konden. Nee, dit was voor Oosterhout geen goed begin.


Een soort discotheek als speelzaal voor een NK schaken!

De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het toernooi voor de rest op rolletjes en in uitstekende sfeer verliep. Na de eerste ronde nam alles en iedereen zijn weg (kinderen nemen zaken meestal gewoon zoals ze zijn, ouders hobbelen daar in de regel uiteindelijk vanzelf achteraan), buiten was een speeltuin, er was een terras, een voetbalveld waar volop gebruik van werd gemaakt, het weer aangenaam, en het naastgelegen gebouw kende een gezellige kantine waar – last but not least - 's middags de voetbalwedstrijd Nederland-Japan (weet u het nog? begin zomer 2010: WK voetbal in Zuid-Afrika!) voor een enthousiast oranje gekleurd schaak- en voetbalpubliek op groot scherm vertoond werd.

WK voetbal 2010 in Zuid-Afrika: Nederland - Japan op groot scherm
(Nederland won met 1-0, een schaakuitslag).

Helaas, dat alles mocht niet meer baten. Het arme Oosterhout, dat haar taak zonder enige twijfel plichtvol en met veel enthousiasme en grote verwachtingen had opgevat, werd de schlemiel van schaakorganiserend Nederland. Al snel werd bekend dat het kampioenschap de jaren erna elders zou worden georganiseerd, de naam Oosterhout raakte in de vergetelheid, de website van het toernooi met deelnemers, standen en uitslagen bleek even later opgeheven - het leek alsof Oosterhout doelbewust uit de geschiedenis van het Nederlandse jeugdschaak werd gewist. Zelfs zij die er die dag bij waren vergaten veelal haar naam en behielden slechts herinnering aan het beeld van dat rommelige begin.

Enkelingen uitgezonderd dan. Zoals schrijver dezes. Hij was er samen met zijn zoontje. Krap een half jaar schakend was de rating van de laatste in een paar maanden tijd zo omhoog geschoten dat de regionale bond voor hem een vrijplaats had aangevraagd en verkregen voor niets minder dan het Nederlands Kampioenschap! Opgestaan voor dag en dauw waren wij die dag vanuit het hoge noorden vertrokken, en zelfs zonder enig oponthoud arriveerden we maar ternauwernood voor het sluiten van de aanmelding op de plaats van bestemming. Het was een voorbode.

Het geluk scheen ons die dag toe, alles wat maar goed kon gaan ging goed, het was alsof een engeltje had besloten maar eens van 's ochtend vroeg tot 's avonds laat beurtelings op ons beider schoudertjes door te brengen. Praktisch vanuit het niets werd zoonlief Nederlands kampioen in de jongste leeftijdsgroep, de H-categorie, kinderen t/m 7 jaar, met de perfecte score van 7 uit 7.

Een cruciale partij in de zegetocht van die dag vond plaats in de vijfde ronde tegen favoriet Maarten Hoeneveld uit Amsterdam. Als enige van de H-deelnemers had Maarten, naar ik meen toen al twee jaar schakend, een rating boven de 1000 punten. De partij werd gespeeld op bord één. De topborden bevonden zich in de hoek van de zaal, die uitkwam op een geopende, dubbele deur die als nooduitgang diende, welke doorgang – ondanks verzoeken van de organisatie om deze vrij te laten – door een groot aantal ouders werd benut om de verrichtingen van hun helden van zo nabij mogelijk mee te maken. Dat gold zeker voor mij, want bord één bevond zich aan de uiterste rand zodat ik na de pauze al ‘mijn’ partijen vrijwel op de voet kon volgen en niet in de laatste plaats in de gelegenheid was om een aantal – naar later bleek – belangwekkende foto’s te maken.

De partij tegen Maarten kent enkele opmerkelijke momenten, waarbij bij twee keer de hoofdrol wordt vervuld door een pion. Zonder meer de belangrijkste daarvan vindt plaats aan het einde van de partij, als de kleine Amsterdamse speler, spelend met zwart, zich in een vlaag van onoplettendheid mat laat zetten door het in rang laagste stuk van het schaakspel. Maar al eerder in de partij doet zich een curieus pionmoment voor. Alvorens verder te lezen wordt de lezer gevraagd de onregelmatigheid in de stelling op onderstaande foto op te sporen, of – als de foto te onduidelijk is – in die van het bijbehorende diagram.
Zoek de onregelmatigheid in de stelling ... (klik op foto om te vergroten)

Diagram 1

De geoefende schaker zal het snel opgevallen zijn. Hoe in hemelsnaam heeft de witte loper op b1 zijn thuishaven f1 verlaten? Theoretisch is het mogelijk: zwart heeft de loper op f1 geslagen en d.m.v. een ingewikkelde promotie van één van de twee ontbrekende witte pionnen in de stelling is deze in een tweede leven op b1 beland. Praktisch gezien natuurlijk onbestaanbaar. Hoe dan is deze stelling tot stand gekomen, hoe is dat gapende witte gat van f1 te verklaren?

Bedacht dient te worden dat notatie van partijen in deze leeftijdsklassen, ook op NK’s, nog geheel niet aan de orde is. Daar waar op die manier vele prachtige partijen anoniem in het grote niets verdwijnen, heb ik het geluk dat de partijen van de eerste drie borden digitaal geregistreerd en live worden uitgezonden. De zettenreeks van eerste deel van de partij kan ik daardoor later thuis op internet terugvinden en nog eens op mijn gemak bekijken:  


1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lc4 Lc5 4. Pc3 d6 5. d3 Pd4 6. Lg5 Pxf3 7. Dxf3
Tijdens de partij stel zie ik de zwartspeler de situatie taxeren, hij komt tot de conclusie dat de loper op g5 zonder risico genomen kan worden omdat er voor hem geen mat dreigt. En hoewel de computer het voordeel aan wit geeft vrees ik dat het verlies van de loper niet tot het vooropgezette plan van de man met de witte stukken behoorde.

7. … Dxg5 8. Dxf7+ Kd8 9. Lb5 c6 10. Lc4 Pf6 11. 0-0 Ld7 12. a3 b5 13. La2 Pg4 14.b4 Lxf2+ 15. Txf2 Pxf2.

Zie diagram 2. De stelling ziet er al bedenkelijk uit voor wit. Maar bij kinderschaak is een partij niet eerder afgelopen dan wanneer de koning mat staat.
Diagram 2

De digitale weergave van de partij wordt vanaf hier gestaakt. In de weken erna begin ik te begrijpen waarom. Ik kom tot de conclusie dat er iets onreglementairs gebeurd moet zijn. Enerzijds aan de hand van enkele, volkomen toevallig gemaakte foto's gedurende en na afloop van de partij, en anderzijds dankzij enige visuele herinnering, weet ik de rest van het zettenverloop uiteindelijk geheel te reconstrueren.

Op zet 16 slaat wit met de dame op f2, en hoewel er tijdens de partij mij niets is opgevallen is, moet bij deze actie de pion op d3 omgevallen en per abuis op e2 teruggeplaatst zijn. Wit doet dus eigenlijk twee zetten achterelkaar (overtreding 1), hij speelt eerst 16. Dxf2, gevolgd door een dubbel onreglementaire zet, immers een pion naar achteren en nog schuin ook: pion d3 naar e2! Ja, in Oosterhout 2010 was alles mogelijk: men organiseerde er een Nederlands kampioenschap schaken in een halfduistere discotheek en je kon er nationaal kampioen worden met een drievoudig onreglementaire manoeuvre …

Ter verdediging van wit mag gesteld worden dat hij geen voordeel ontleent aan de zet, integendeel, het is zwart die gebruik maakt van de nieuw onstane situatie. Zijn dame dringt de witte stelling binnen, klaar om er dood en verderf te zaaien. Daar bovenop: de schrijver/vader zou een en ander niet aan de openbaarheid prijs hebben gegeven als het vervolg niet had geleid tot een werkelijk prachtige verdediging van de witspeler enkele zetten later, waarmee hij – ondanks het geluk dat hem in deze partij ten deel valt – aantoont de titel toch waard te zijn. Dit is het vervolg:  

16 … Dd2 17. Df3 Dxc2 18. Lb1 Dc1+ 19. Kf2 Kc7 20. Pa2 Db2
Diagram 3

Vol trots heb ik toegezien hoe wit zich tot het uiterste verzet, maar bij het bereiken van deze stelling bemerk ik hoe ik even iets weg slik. Het verlies van de toren op a1, ongedekt en opgesloten in de hoek, is onafwendbaar en daarmee de partij. Ik realiseer me dat de droom, die hele stille droom (winnen van de grote Maarten Hoeneveld en wie weet wat er daarna nog mogelijk zou zijn geweest …), nu dan toch werkelijk uit is; wees eerlijk, het was allemaal ook te mooi geweest.

Eén omstandigheid echter is niet in overeenstemming met al deze overwegingen. De weerstand van de witte verdediger lijkt nog altijd ongebroken, niets in zijn lichaamstaal wijst op overgave. Meer dan dat: na een denkpauze zie ik hoe hij zijn dame oppakt en vol overtuiging pal tegen de vijandelijke dame aan plaatst. 21. Dc3!!

Op afstand en reikhalzend, in een haag van toeschouwers, probeer ik de situatie op het bord tot mij te nemen en voel weer enige hoop gloren. Hoop die minder op begrip van de stelling gebaseerd is dan op de ingespannen houdingen van beide spelers, ten teken dat de heren nog steeds aan een serieuze partij bezig zijn. Mij lukt het niet de stelling meteen te doorgronden. Pas op de terugweg in de auto schiet mij de naam te binnen van de speelfiguur die ik in één van de stapboeken tegengekomen ben en tot dan onbekend voor mij was. Een onvervalste röntgendekking! De witte dame dekt door de zwarte dame heen de toren en wordt op haar beurt gedekt door het paard. Niet slecht voor een 7-jarige!

In een oud vergeeld boekje dat ik een maand eerder in de hand gedrukt heb gekregen van één van de jeugdtrainers vanwege de vermeende snelle vorderingen van zijn pupil, ‘Handleiding Jeugdclubtrainer Stap 3’ van Rob Brunia en Cor van Wijgerden, lees ik later op blz. 65 en 66 (vierde druk 1998): “Dames, torens en lopers die elkaar wederzijds aanvallen hebben indirecte invloed op de velden achter (indien aanwezig) het vijandelijke stuk. Deze röntgenwerking geeft allerlei aardige mogelijkheden (….). Dit is vaak een openbaring voor de leerlingen!” Waar ik dus aan toe kan voegen: niet alleen voor de leerlingen, ook voor hun ouders!

De röntgenfiguur is fraai, maar zie ook hoe plotseling al de door de zwarte dame aangevallen stukken én al haar mogelijke ontsnappingsvelden door wit worden gedekt. Een vluchtweg is er niet voor zwart, de dameruil is gedwongen en de witte toren gered. Het vervolg van de partij: 21. ... Taf8+ 22. Ke3Dxc3+ 23. Pxc3 g5 24. a4 en nu zijn we aanbeland bij de stelling van diagram 1.

Ondanks de mooie verdediging is wits positie nog steeds niet rooskleurig. Hij probeert druk te houden met wat eigenlijk niet meer zijn dan speldenprikken. En, het motto van Johan Cruyff indachtig, dat ‘zolang jij de bal hebt, zij niet kenne score' blijft hij waar mógelijk schaakjes geven, immers: ‘zolang jij schaak geeft, ken hij jouw geen mat sette’!

Het verloop van de partij gaat nu snel, te snel voor mij om het precies te volgen. Het staat vast dat dit de laatste, dramatische, zetten zijn:

24 ... bxa4 25. Txa4 Kb7 26. Ld3 c5 Slimme zet van zwart: de loper dreigt sneaky de toren te slaan Misschien niet eens opgemerkt door wit, want die ziet een schaakje: 27. La6+ Kc7 28. Pd5+ . Nog een schaakje, in feite al even onschuldig.  

Diagram 4

Na 28 .. Kb8 of Kd8 is wit uitgepraat en kan zwart het heft in handen nemen. Hij verkiest echter de gang naar voren, het onheil tegemoet:

28. ... Kc6?? 29. b5 #
Het laatste schaakje. De zelfverzekerde houding van de zwartspeler is omgeslagen in het tegendeel, ik zie plotselinge grote schrik bij hem. De witspeler hoor ik, niet luid of hard, maar wel duidelijk en onmiskenbaar met enige verbazing in zijn stem uitroepen: “Ik heb gewonnen!” Het is mat. Mat met een pion!
Thuisgekomen ontdek ik de volgende foto op mijn toestel.

Oosterhoutse mystiek

Aan de hand van deze foto was ik in staat de matpositie en van daaruit de laatste zettenreeks van de partij te achterhalen. Dat er op 19 juni 2010 iets mystieks in de lucht hing in Oosterhout staat als een paal boven water. Hoe anders immers is het wonderlijke beeld van deze foto te verklaren:
De partij is afgelopen en de matadoren zetten, zoals het hoort, de schaakstukken gezamenlijk terug op hun beginplek. De meesten staan weer op hun plaats, waaronder de mat gezette zwarte koning. Een witte pion en een wit paard liggen horizontaal op het bord te wachten om afgevoerd te worden.
Drie witte stukken echter nemen als enige de positie in van de stelling waarin de partij – die beslissend bleek voor het kampioenschap - zojuist beëindigd is. De loper op a6, het paard op d5 en de (mat)pion op b5. Het zijn exact de drie stukken die enkele ogenblikken eerder gezamenlijk de zwarte koning in een matnet gevangen hebben. Alsof het heilige stukken zijn die zo lang mogelijk niet aangeraakt mochten worden …
De jaren erna nemen we uiteraard deel aan de Pupillendagen in Roosendaal. Ook bij jeugd NK’s in Waalwijk en Rijswijk zijn we van de partij, alsook in Amersfoort bij de KNSB jeugdteam competitie. Illustere plaatsnamen in de wereld van jeugdschaak Nederland. Aan magie echter moeten ze het bij ons ver afleggen tegen Oosterhout. Zelfs al mochten we ooit nog eens aanschuiven in een meestergroep van Wijk aan Zee, het haalt het niet bij Oosterhout. Ja, Oosterhout. Oosterhout in Noord-Brabant welteverstaan.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten